Karel Schmidt
Margaretha Verwey De rechterhand van Schmidt

Nadat Margaretha Verwey in 1917 Karel Schmidt ontmoette, gaf ze tot zijn dood ondersteuning aan zijn werk. Ze werd zijn grootste pleitbezorgster en organiseerde tentoonstellingen en lezingen. Met als hoogtepunt een groepsexpositie in het Stedelijk Museum Amsterdam.

 

In 1917 kreeg Margaretha Verwey een brief van haar halfzusje Anna. Het was een onverwacht positieve brief. Anna en haar man, die in Blaricum woonden, worstelden al lange tijd met lichamelijke en psychische problemen. Maar nu was iemand hen te hulp gekomen. Karel Schmidt. Deze man zag kunst als helend en liet haar zusje schilderen.

Margaretha Verwey zorgde voor tentoonstelling van zijn werk, onder meer in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ze stelde ook haar atelier in de Nieuwe Spiegelstraat beschikbaar voor exposities. In 1919 liet ze een atelier, De Smidse genaamd, voor hem bouwen bij het woonhuis. Ook organiseerde zij voordrachten door Karel Schmidt in Amsterdam. Bovendien beheerde zij de financiën.

 

Er werden plannen gemaakt voor een kunstcentrum, het Smedenpaleis, voor concerten, tentoonstellingen, voordrachten en cursussen. Daaromheen zouden werkplaatsen komen met ateliers voor beoefenaars van diverse kunstvormen. Het moest wetenschap, kunst en wijsbegeerte samensmeden. Met een architect waren de eerste schetsen gemaakt en Margaretha stelde zich garant voor de financiering. Maar deze werkgemeenschap zou nooit gebouwd worden. De gezondheid van Karel Schmidt, die al langere tijd niet goed was, ging sterk achteruit. Hij kon in de winter van 1919 niet meer naar Amsterdam reizen en geen lezingen meer geven.

Met Johanna en de drie kinderen verhuisde zij naar Amsterdam, waar zij introkken in de zaak aan de Nieuwe Spiegelstraat. Later verhuisden zij naar Den Haag. Johanna moest meerdere periodes worden opgenomen en Margaretha zorgde dan alleen voor de kinderen, naast het werk in de zaken in Amsterdam en Den Haag, en naast haar werk als naaldkunstenares.

Margaretha, nieuwsgierig geworden, bezocht Schmidt en zijn gezin. Hij praatte met haar over de wereld en de wereldleiding, en over de apocriefe bijbelboeken. Zij was diep geraakt: ‘Het was mij als had ik dien mensch altijd gekend. Al wat hij sprak was mij als iets, wat ik reeds lang wist en erkende en toch was het volkomen nieuw en zag ik deze menschen voor de eerste maal,’ schreef Verwey later in haar dagboek.

 

Het kostte Margaretha Verwey enige tijd om de schilderijen van Karel Schmidt te begrijpen. Daarna zette zij zich volop in voor zijn werk. Naast de haar al bekende vernieuwing in literatuur, architectuur en naaldkunst zag ze het nu in de schilderkunst. Ze schreef: ‘Zou werkelijk de tijd daar zijn om te spreken door woord en beeld van het nieuwe leven, dat zich wilde baan breken, nu ook in de schilderkunst?’

 

Het meest deelde zij met Karel Schmidt zijn religieuze opvattingen, die raakten aan theosofie en antroposofie, maar die hij ook baseerde op zijn eigen helderziende waarnemingen en ervaringen in de geestelijke wereld.

Op 17 oktober 1920, veertig jaar oud, overleed hij. Margaretha bleef bij zijn weduwe, Johanna Schmidt-de Kruijf, wonen en zorgde samen met haar voor de drie kinderen. Ze woonden in het huis naast het atelier. Margaretha spande zich in om het levenswerk van Karel Schmidt voort te zetten.

 

Zij richtte op 1 februari 1924 het genootschap Smeda op, bedoeld als een coöperatie voor kunstnijverheid, met verschillende kringen. Zelf startte zij met de weverij Smeda. De weefschool werd vermaard, maar de coöperatie strandde op onderlinge conflicten en wantrouwen. Zeer teleurgesteld gaf zij het op. Nog in datzelfde jaar werden het huis, De Smidse en de grond eromheen verkocht.

Margaretha Verwey en Johanna Schmidt bleven tot op hoge leeftijd in hetzelfde huis in Den Haag wonen. Uiteindelijk wilde Margaretha terug naar Amsterdam. Ze schreef: ‘Mocht ik echter een zóó vriendschappelijk samenleven van meer dan twintig jaren met mevr. Schmidt verbreken ten eigen bate? Voor beide partijen was dit moeielijk. Tenslotte triumfeerde het verstand over het gevoel.’

Margaretha verhuisde naar Amsterdam, waar ze op 17 december 1947 overleed.

'Het was mij als had ik dien mensch altijd gekend.' Het centrum 'Smedenpaleis' moest wetenschap, kunst en wijsbegeerte samensmeden. Tenslotte triumfeerde het verstand over het gevoel.

terug naar boven