Karel Schmidt

14 oktober 1880

Geboren te Makassar op het eiland Celebes (het huidige Sulawesi), Indonesië. Nederlandse ouders; vader Willem Thomas Louis Schmidt was lidmaat Christelijk Evangelische Kerk; moeder Johanna Albertine Sterk. Inheemse bevolking merendeels moslim. Zijn vroege jeugd op Celebes is van blijvende invloed geweest op zijn verdere leven. De ontvankelijkheid voor het onnoembare / mystieke ontstond hier. Later zal ook de taal een rol spelen in titels van zijn schilderijen. De eetgewoonte met meerdere malen per dag rijst bleef hij levenslang trouw.

 

1887

Vertrek naar Nederland (Leiden, Havenkade 23) i.v.m. benoeming    vader tot Lector Oosterse Talen aan de School voor Indisch Onderwijs te Leiden. Volgde lagere school in Leiden en mogelijk ook nog, na verhuizing, in Apeldoorn. Hier ging hij ook naar de HBS.

 

1897-1898

Uitgebreide cursus Stenographie. Later fascinatie voor letterschrift, geheimschrift, fantasie-schrifttekens (ook als kunstzinnig geheel).  Werkzaam op kantoor bij de Textielfabriek van Möbus & Panhuijzen

(Stoom- Brei- en Tricotfabriek) in Apeldoorn (1/10/1897-30/9/1898) en later bij Snelpersdrukkerij Erica, uitgever van de Nieuwe Apeldoornsche Courant. Deed aan toneel en muziek, speelde piano en viool. Belangstelling voor spiritisme, magnetisme en somnambulisme. Uitgebreide correspondentie hierover met mej. Croese uit Den Haag. Verliet het ouderlijk huis en verhuisde naar Amsterdam (woonde vermoedelijk eerst op de Rozengracht). Zette activiteiten voort, o.a. met een studiegroep spiritisme. Volgens overlevering zou Schmidt 1½ jaar bij de Vrijmetselarij zijn geweest (maçon). Bij archiefonderzoek in 2018 bij de Orde van Vrijmetselaren in Nederland is in de historische administratie tot nu toe geen bevestiging gevonden. Dit vraagt nog om breder vervolgonderzoek waarbij ook andere genootschappen op mystiek/esoterisch gebied betrokken worden.

 

1905

Door de familie wordt hem het beheer over een sigarenfabriek aangeboden. Hij ziet dit niet zitten en vertrekt met de viool onder zijn arm de wijde wereld in. Besluit een voetreis naar Tibet te ondernemen. De grote reis begon met een voettocht naar Basel, afgewisseld met trajecten per boot. Noemde zich Esseyer Xante, hield onder die naam bijeenkomsten, ook in het buitenland. Vertrek vanuit Amsterdam naar Maastricht: 27 maart 1905, met de stoomboot door naar Luik, aankomst 27 april 1905. Reisde samen met de Zweed Baron Knut Ossian von Åtzertriehn (Freiherr von Åtzerhielo und Margrethelund Wårdinge/Sverige), geboren 1850, beroep: auteur. Maakte reistekeningen/schilderingen, speelde onderweg viool en verleende mensen ook hulp als magnetiseur.

Aankomst Basel: 25 mei 1905. Document van de Consul van Nederland in Basel d.d. 9 juni 1905. met verzoek aan de autoriteiten voor verlening medewerking aan reis door Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Bulgarije, Turkije en andere staten. (Als religie staat vermeld: protestant). Wegens oorlogstoestanden in de betrokken doorreislanden (o.a. Balkan) ging deze reis – met als einddoel

Tibet – niet door. Had in Basel een praktijk als genezer/magnetiseur en hield nauwkeurig patiëntendossiers bij.

 

Terug in Nederland publiceerde hij inhoudelijke feuilletons en verhalen. Woonde in Amsterdam mogelijk op de Fannius Scholtenstraat 10 (adres vader) en later Bilderdijkstraat 29. Was enige tijd werkzaam als hulpverpleger in het Wilhelmina-ziekenhuis te Amsterdam. Had in deze hoedanigheid contacten met de Reclassering en het Leger des Heils. Hij wilde zich aanvankelijk zelf niet bij het Leger des Heils aansluiten omdat hij tegen het dogma was, maar schreef wel als niet-lid uitgebreid in het blad De Strijdkreet, onder de naam ‘broeder Karel’. Na kennismaking op 24-jarige leeftijd in het Leger des Heils met zijn latere echtgenote Johanna de Kruijf, besloot hij toch tot deze organisatie toe te treden. In 1907 werd hij officier. Hij werkte aan de opbouw van een Korps in Den Helder. Schilderde o.a. zeegezichten (klein formaat).

 

14 sept. 1910

Huwelijk met Johanna de Kruijf te Rotterdam. Plannen om voor de Zending van het Leger des Heils samen met zijn echtgenote naar een melaatsenkolonie op Java te gaan. Dit plan kon niet doorgaan omdat Johanna werd afgekeurd voor de tropen. Door zijn persoonlijke, zeer vrije opstelling, wars van dogmatiek, ontstonden er conflicten met de staf van het Leger des Heils. Dit had tot gevolg dat het echtpaar Schmidt-De Kruijf uit de organisatie stapte. In een positief getuigschrift wordt o.a. zijn ‘eerlijkheid’ genoemd.

 

1910-1912

Vertrek naar Blaricum, naar het bekende Pension Luytjes. Hij nam daar op zich om in de gezondheidskolonie van dr. Oldenboom vorm te geven aan de heersende behoefte aan religiositeit in het leven.

Richtte een eigen blad op: Geloof en Leven, wat 2 nummers heeft bestaan.

 

6 okt. 1911

Geboorte eerste kind: Johanna Tirza Albertine (Jolie). Verhuizing naar Hilversum, Celebeslaan 42. Werd lid van De Onafhankelijken, kunstenaarsvereniging in Amsterdam, ontstaan vanuit verzet tegen de gevestigde kunst. Nam deel aan meerdere van hun ‘Internationale Jury-Vrije Tentoonstellingen’ (o.a. 1913/1917/1918).

 

1912

9 Oktober: geboorte tweede kind, zoon Karel (koosnaam Boedie/Boes). Kreeg contact met de Evangelisatie van Zandvoort, waar zijn medewerking werd gevraagd voor de Zondagsschool en de zgn. slöjdlessen voor de visserskinderen. (Slöjd was in die tijd een zeer bekende Zweedse onderwijsmethode die zich de ‘alzijdige ontwikkeling van het kind’ ten doel stelt en deze tracht te bevorderen door het te laten werken met karton, klei en hout).

 

1914 

Vertrek van het gezin naar Zandvoort. Gaf een bulletin uit: het Mosterdzaadje voor de evangelisatie in Zandvoort. Leidde een evangelisatiekring. Hield – met vergunning – openluchtpreken op het strand en kwam hiermee in conflict met de plaatselijke kerk, omdat hij zich niet wilde laten dopen. Hij bleef echter doorgaan met deze preken, die zeer veel belangstelling trokken, meer dan die van de plaatselijke kerk. Dit is waarschijnlijk de onderliggende oorzaak geweest dat hij meerdere malen in elkaar werd geslagen door lieden die door hun dominee waren opgehitst. De emoties liepen hoog op. Er was grove huisvredebreuk met vernieling van de woninginrichting. Zijn zwangere vrouw moest het ook ontgelden en had later een miskraam. De twee kinderen op de bovenverdieping bleven ongedeerd.

 

De zware mishandeling van Schmidt zelf heeft bij hem geleid tot een blijvende longbeschadiging. Hij werd in ernstige toestand naar familie van echtgenote Schmidt (Ietske en Christiaan Kappers, Schiedamseweg 44) in Rotterdam gebracht, waar hij drie dagen in coma lag. De bijzondere spirituele beleving die hij toen heeft gehad, is van grote invloed geweest op zijn verdere leven. Krachtig besluit om op een nieuwe manier te gaan schilderen en uitdrukking te geven aan de geestelijke realiteit. Hoewel van een gedeeltelijk lichamelijk herstel sprake is geweest, bleef de longbeschadiging altijd een zwakke en ook pijnlijke plek, waardoor dit de mede-veroorzaker van zijn vroege dood in 1920 zou zijn. ‘Vier dagen voor zijn overlijden openbaarde zich tbc. Dit zou hem niet zo snel ten grave gesleept hebben, wanneer zijn longen toen niet hun weerstandskracht verloren hadden.’ (Waldenburg)

 

 

1915

Schmidt kreeg het advies ergens te gaan wonen waar de lucht meer gezond was. Vertrek naar Blaricum. Het gezin vestigde zich in oktober op de Zwaluwenweg 16. Veel schilderwerk (nu ook olieverf). Persoonlijke contacten met kunstenaars in Laren / Blaricum (o.a. Herman Hana, De Groot, Janus de Winter, Jac. Koeman, Van Uijtvanck, Eckman en Smorenberg) en met Victor van Vriesland. In Amsterdam met de Belgische kunstenaar Alfred Ost, met wie hij een bijzondere samenwerking opbouwde. Was breed geïnteresseerd, o.a. in Kabbala en Tao Te Ching, en had ook belangstelling voor Freud. Was bekend met werk van Rudolf Steiner. Uitwisseling met filosoof Mathieu Schoenmaekers, theosoof en psychiater A.J. Resink, bioloog en drankbestrijder en stichter van een christen-anarchistische kolonie Jacob van Rees en Chris Al). Maakte aquarelschilderingen met het thema Beeldende Wiskunde. (Een drietal afbeeldingen hiervan werd later in 2004 opgenomen in de wetenschappelijke uitgave Mathematics and the Devine / Teun Koetsier).

 

Herman Hana ondernam vurige pogingen om zowel bij kunstcriticus Bremmer als bij Victor van Vriesland aandacht te vragen voor het werk van Schmidt, waarvan hij zeer onder de indruk was. Karel voelde zich betrokken bij het leed dat de Eerste Wereldoorlog met zich meebracht en stelde de gruwelijkheid daarvan aan de kaak in zijn schilderwerk. Had contact met Belgische vluchtelingen die in groten getale (1 miljoen) naar Nederland kwamen. Hij probeerde op zijn manier een bijdrage te leveren in het lenigen van de nood.

Levensloop Karel Albert Schmidt en overzicht van o.a. exposities na zijn overlijden

1916-1917

Kennismaking met Margaretha Verwey (zuster van de dichter Albert Verwey), waaruit een inspirerende samenwerking ontstond. In maart publicatie van het Feest in Rando in De Wiekslag no. 64 (blad van de Onafhankelijken).  Was ook betrokken bij de Rotterdamsche Federatie de Branding, een groep visionaire schilders.

 

1918

22 september - 15 oktober: grote tentoonstelling in Stedelijk Museum Amsterdam met 245 werken, merendeels door Schmidt vervaardigd. Aanleiding voor de eerste presentatie van kunstenaarsgroep de Smeden. De recensies waren voor het grootste gedeelte negatief, weinig begrip voor deze vorm van kunst. Inrichting permanente expositieruimte in de Nieuwe Spiegelstraat 64-66 in Amsterdam (in achtergelegen ruimte winkel Margaretha Verwey).

 

1919

Uitnodiging om deel te nemen aan de eerste tentoonstelling van kunstenaarsgroep D’Orkaan - Hypermoderne Kunst. 11 Februari: protest handtekeningenactie door de Smeden georganiseerd tegen de subsidieweigering aan de Nederlandse Opera en in het algemeen tegen de houding van de regering tegenover de Kunst. Veel werken en voordrachten in Amsterdam (o.a. in zaal Hotel Americain) over kunst in het algemeen, schilderkunst, oosterse kunst, muziek etc. Echter ook veel gezondheidsproblemen.

 

13 okt. 1919

Officiële oprichting Genootschap de Smeden in Blaricum, voor een

‘Synthetische wereldbeschouwing, met als doel de bevordering van alle takken van Kunst, Wetenschap en Wijsbegeerte’. Verhuizing in november naar de Huizerweg 214 / hoek Smedenweg Blaricum (oorspronkelijk Bierweg genaamd, maar op voorstel van Schmidt gewijzigd). Bouw Atelier De Smidse (Schmidt wist met een vlammend betoog de algemene bouwstaking te breken, voor hem gingen de bouwvakkers weer aan het werk). Aankoop Smeedse Velden (ca. 2 ha) t.b.v. nieuwbouw kunstenaarswerkplaatsen / expositieruimte, beide financieel mogelijk gemaakt door Margaretha Verwey. Schets Smedenpaleis door architect Sijmons.

Het nieuwe atelier biedt ook mogelijkheid voor schilderwerk op groot doek.

 

7 jan. 1920

Geboorte derde kind: Smeda Thalitha Margaretha (koosnaam: Beebs, roepnaam Greetje, wilde later zelf Smeda worden genoemd). De ouders waren ervan overtuigd dat zij een nieuwe incarnatie was van het ongeboren kind, dat bij miskraam na de grove huisvredebreuk in 1914 het leven had gelaten.

 

mei/juni 1920

Tentoonstelling Heystee op de Keizersgracht. Thema: Ontmoeting Oosterse en Westerse Kunst. Voordracht over het Witte doek in de ruimte. Ziekte Karel A. Schmidt nam de overhand, kon nauwelijks nog naar Amsterdam, na augustus 1920 niet meer in staat nog echt te werken. Wel voor zover mogelijk nog af en toe even geschilderd in zijn atelier. Er kwam meer weerstand. Sommige volgelingen die hem eerst op een hoog voetstuk hadden geplaatst, keerden zich van hem af nu alle mooie plannen niet waargemaakt konden worden. Jaloezie speelde ook een rol.

 

 

17 okt. 1920

1921/1922

Vergadering in De Smidse o.l.v. Margaretha Verwey. Opheffing van de Smeden.

 

Nasleep van de Zandvoortse Affaire (1914): in een reactie op een artikel van de Zandvoortse predikant na de dood van Schmidt, waardoor deze werd belasterd, reageerde dr. A. Waldenburg diep verontwaardigd om zijn vriend Schmidt te rehabiliteren. Dit ontaardde echter in een polemiek met stevige taal, waarbij niets werd geschuwd. Ds. Posthumus Meyjes diende daarop een aanklacht in tegen Waldenburg wegens smaad, voor twee artikelen in De Dageraad. Waldenburg op zijn beurt klaagde de dominee aan wegens grove belediging. Voor een buitenstaander was het rechtsproces nauwelijks te volgen, omdat verschillende situaties door elkaar liepen en argumenten over en weer werden betwist. Hoewel de dramatische gebeurtenissen in Zandvoort (1914) ook ten tonele werden gevoerd, ging het er niet om daar een gerechtelijke uitspraak over te krijgen.

 

Voor de weduwe Schmidt was deze hele situatie zeer zwaar. Zowel zij als Margaretha Verwey en Victor van Vriesland werden door de rechter gehoord. Ook werd duidelijk dat Schmidt en zijn vrouw destijds de dominee de afschuwelijke gebeurtenissen hadden kunnen vergeven ‘om Christus’ wille’.

In een briefwisseling na afloop van het proces schreef Margaretha aan de weduwe Schmidt dat alles nu tot rust moest komen. En dat hoe wrang het ook was, Karel door de gevolgen van de mishandeling tot geheel nieuwe vorm van schilderen was gebracht.

 

 

1923

Weefschool Smeda opgericht door Margaretha Verwey in haar

poging de kunstnijverheid op een ander plan te brengen, in overeenstemming met gedachtegoed van de Smeden.

 

1928

Uitgebreide tentoonstelling schilderwerk Schmidt in de Vrije School Den Haag aan de Van Speijkstraat; artikel over het werk in tijdschrift Ostara door Max Stibbe.

 

1955/1960

Expositie bij kunstenaarscentrum Pulchri in Den Haag.

 

1973

Deelname aan tentoonstelling over Kunstenaars van de Idee met vier kleine werken in Centraal Museum in Utrecht. Deze tentoon-stelling was later ook nog te zien in het Museum Stad en Land te Groningen (huidige Gemeentemuseum Groningen) en vervolgens in het Gemeentemuseum van Schiedam. Tentoonstelling van 52 werken bij de Rafaëlkerk van De Christengemeenschap Zeist.

 

1974

29 Mei-29 juli: tentoonstelling van ca. 50 werken in Meditatiecentrum De Kosmos, Prins Hendrikkade 142 te Amsterdam.

 

1978

Deelname met een aantal werken aan de tentoonstelling over Het Symbolisme in Nederland in het Gemeentemuseum in Den Haag.

 In 1979 was deze tentoonstelling vervolgens te zien in het Gemeentemuseum Groningen.

 

1999 en 2002

Tentoonstelling in de openbare ruimtes van Huize Valkenbosch te Zeist.

 

2003

 

2004

Schenking o.a. aquarel (tekening Alfred Ost, aquarelkleur aangebracht door Karel Albert Schmidt, nota bene niet hierbij afgebeeld werk) aan de gemeente Zwijndrecht (België), opgenomen tijdens jubileumtentoonstelling Alfred Ost in deze plaats.

 

2005

Instelling fonds op naam bij Iona Stichting Amsterdam, ter realisatie van een biografie Karel Albert Schmidt. In de loop van de tijd is besloten deze in de vorm van een website te laten verschijnen.

 

2012

Goois Kunstkwintet verschijnt (PubArt), een kaartspel waarin Schmidt een ‘historisch’ kwintet vormt met Frederik van Eeden,

F. Hart Nibbrig, R.N. Roland Holst en Anton Mauve.

 

2018

Website www.karelschmidt.nl online.

terug naar boven